provincie Limburg.be provincie Limburg

Overpelt


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

In Overpelt kreeg een jonge kunstenares uit de gemeente de verantwoordelijkheid over het decoratieproject. De 25-jarige Audry Schouten werkt veel met graffiti- en tatoeagekunst. Dat is te merken in haar opmerkelijke design.

“Ik werk geregeld als vrijwilliger voor de jeugddienst en geef workshops rond graffiti. Zo kende de gemeente mijn stijl dus. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in beide wereldoorlogen, dus ik heb meteen ja gezegd toen ze me vroegen voor dit project. Wat ik vooral boeiend vind, is hoe mensen elkaar helpen en steunen in oorlogstijd. Mij gaat het niet om de gruwel, wel over het overleven in een verwarrende en arme periode. We kozen dus voor een ontwerp waarbij ook enig positivisme te zien was, met de zachtere en menselijke kant van oorlog. Centraal staat het klooster van de zusters Ursulinen, dat later de school Mater Dei geworden is. Nu heet het intussen WICO Campus Mater Dei. De nonnen hielpen veel mensen en waren erg vrijgevig. Ze deelden 6 dagen op 7 soep uit aan honderden kinderen. Er is zelfs een anekdote over nonnen die varkentjes smokkelden onder hun rokken.”

Het klooster vormde haar inspiratie voor een vrij sec ontwerp. Tattoo artist Audry werkte met graffitistencils om sprekende beelden op de helm aan te brengen. Je ziet de silhouetten van het klooster, de zusters, de kinderen en… een varken. “Ik koos voor de kleuren zwart en rood, omdat die symbolisch zijn: zwart verwijst naar het gruwelijke van de oorlog, rood naar de warmte en vrijgevigheid van de nonnen. Ik heb bewust de achtergrond van beton onbewerkt gelaten, omdat ik vond dat het heel goed paste bij het thema. De ruwheid van oorlog wordt zo heel krachtig getoond.”

 

Wat gebeurde er in Overpelt tijdens WO I?

“DER KAISER”  — Klooster van de zusters ursulinen

8 juni 1918. In het klooster van de zusters ursulinen in Overpelt, het moederhuis van de orde in het bisdom Luik en ook de plaats waar kandidaat-zusters hun opleiding  krijgen, vindt een plechtigheid plaats: de herdenking van de vijftigste verjaardag van de toewijding van België aan het Heilig Hart van Jezus. Dat is een behoorlijk  patriottisch getint gebeuren, maar de Duitse bezetter laat begaan.

SOEP EN TWEE VARKENS
In het grote klooster, dat hier in 1902 werd ingewijd, worden op hetzelfde moment sinds enkele maanden in de klaslokalen gekwetste Duitse soldaten verpleegd. De  klassen met hun kinderen zijn naar de kelder verhuisd. De neogotische kloosterkapel van haar kant, Vlaanderens oudste betonkerk uit 1910, doet onder meer dienst  voor de erediensten ten behoeve van katholieke Duitse soldaten. Sinds februari 1917 zijn er namelijk een aantal Duitse militairen ingekwartierd in het klooster. Om de  twee weken lezen Duitse legeraalmoezeniers er de mis. Zo komt het dat er nog in 2002 een altaarbel werd aangetroffen met daarop de inscriptie:  “Der Kaiser”. Overigens waren er in Overpelt al sinds oktober Duitse soldaten ingekwartierd. Dat gebeurde in golven. Vooral scholen werden daarbij in gebruik  genomen. De ursulinen speelden in Overpelt nog op een ander vlak een belangrijke oorlogsrol: vanaf juni 1917 vullen ze de ontoereikende buitenlandse voedselhulp  aan met de bedelingvan soep: zes dagen op zeven maken ze die klaar, voor zowat zeshonderd kinderen. En er is een anekdote overgeleverd waarbij twee zusters in het klooster van Zonhoven met het gespan van de lokale molenaar twee... varkentjes gaan ophalen die ze veiligheidshalve onderweg onder hun wijde rokken verstoppen. (De varkentjes zaten wel  in een kist.)


PANIEK
En zeggen dat de oorlog voor de zusters dreigend begon: door een maatregel van de Belgische overheid moesten er in de zomer van 1914 vier Duitse zusters het land  uit. En toen het Duitse leger in de richting van Overpelt kwam en het nabijgelegen De Locht platbrandde was er regelrechte paniek en verbrandde moeder overste een deel van het archief. De geplande vlucht van de meeste zusters – en van de burgerbevolking – was uiteindelijk niet nodig: de Duitse bezetters lieten  Overpelt ongemoeid. Volgens de pastoor nam die dagen het kerkbezoek drastisch toe. Hij voegt er in zijn naoorlogs verslag aan toe: tijdelijk. Dat we goed ingelicht zijn over de  lotgevallen van de Overpeltse ursulinen tijdens de oorlog komt dankzij de annalen van het klooster en een rapport van moeder overste.

Zicht op het klooster en kapel (begin 20ste eeuw). Collectie Genootschap voor Geschiedenis en Volkskunde Overpelt