Wat is het verhaal achter het concept van de helm?
De Neerpeltenaren wilden van hun Stahlhelm een sober kunstwerk maken, met veel symbolische waarde. “We hebben er vier verhalen uit onze eigen gemeente in verwerkt”, horen we van Eliane Van Baelen.
Zij werkte samen met de Heemkundige Kring van Sint-Huibrechts-Lille, Stijn Lauwers, Dré Hermans en Leon Snoeks aan het ontwerp. “Na een oproep aan de inwoners van Neerpelt, kregen we veel ideeën binnen. Dat was een heel fijne verrassing. Vervolgens zijn we erin geslaagd alles te bundelen tot één ontwerp.” De bedoeling was een niet te overdadig werk te maken. “We wilden liever sober blijven, maar wel veel uitdrukken. De ideeën die de mensen instuurden, gaven blijk van veel samenhorigheid en dat wilden we zeker in het ontwerp laten terugkomen. We hebben ze gecombineerd tot één groot concept.”
Verschillende inwoners verwezen naar concrete gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog, zoals de rol van verzetsheld Jaak Tasset. “Zijn verhaal kan je terugvinden op de helm, waarin we een klein kogelgat hebben aangebracht. Twee isolatoren en prikkeldraad verwijzen dan weer naar de elektrische draad op de grens.” De Belgische en de Nederlandse vlag kregen een opvallende plek op de helm. Ook de woorden ‘hoogspanning’ en ‘Achtung’ zijn een referentie naar de ‘Dodendraad’, de grensbewaking en het smokkelverkeer. “Dan is er nog het verhaal van de notenbomen. De smid Bertho had zijn zoon verloren in de oorlog. Hij wreekte zich op de Duitsers door kepernagels in het opgeëiste notenhout te slaan, zodat de Duitsers het hout niet meer konden gebruiken om geweerkolven mee te maken. Dat hebben we onderaan op de helm laten zien in een band met boomschors en kepernagels. Daarvoor hebben we een bepaalde druktechniek gebruikt. We hebben heel wat geëxperimenteerd met verschillende technieken om te komen tot een mooi, sprekend geheel.”
Wat gebeurde er in Neerpelt tijdens WO I?
ACHTUNG - Jaak Tasset en Bertho
Met de dodendraad trachtte de Duitse bezetter te verhinderen dat vele landgenoten België ontvluchtten via de Nederlandse grens. De grens moest Belgische jongens eveneens belemmeren om via Nederland en Engeland aan het front te geraken. In 1915 werd liefst 357 km elektrische draad gespannen tussen Vaals en Cadzand. Alleen al in Limburg goed voor een lengte van 154 km.
De grens bleef niettemin een belangrijk smokkelgebied, zowel voor het overbrengen van oorlogsinformatie als het smokkelen van allerlei levensmiddelen. Tweeduizend volt belette spionnen en smokkelaars echter niet hun kans te blijven wagen. Maar de draad heeft ook talloze slachtoffers gemaakt. Zoals de Neerpeltse oorlogsheld Jaak Tasset, lid van de inlichtingendienst en grenspasseur, die op heterdaad betrapt werd. Hij werd door de Duitsers schuldig bevonden aan spionage en terechtgesteld op 14 juli 1916.
Een andere opvallende anekdote gaat over de Lilse smid Bertho, wiens zoon Jan als 21-jarige sneuvelde in Tisselt bij de verdediging van de fortengordel rond Antwerpen. Vader Bertho nam wraak door de notenboom, die door de Duitse bezetters opgeëist werd voor het aanmaken van geweerkolven, vol kepernagels te slaan.
Hoogspanning. Lebensgefahr. Soldaten en burgers werden gewezen op de gevaren en risico’s van de elektrische draad. Achtung.
Opgepast. Achtung? Mogen de littekens van de Groote Oorlog een les in respect worden. Achting. Om nooit te vergeten.
Of hoe een kogelgat ook kan refereren naar trepanatie, een metafoor voor verlichting. Het derde oog zal er over waken dat dit alles nooit herhaald mag worden.
FRONTDOKTER — Alfons Kerkhofs
22 jaar is Alfons Kerkhofs als de oorlog uitbreekt. De jongeman uit het mooie Teutenhuis in Sint-Huibrechts-Lille studeert op dat moment in Leuven geneeskunde en wordt gemobiliseerd. Vanaf dan is aspirant-dokter Kerkhofs een soldaat, die eerst belandt in de fortengordel rond Luik. Zoals zovelen verhuist Kerkhofs mee met het Belgische leger achter de IJzer.
SPRONG VOORWAARTS
Maart 1915. De nood aan medische zorg aan het front neemt almaar toe. Alfons Kerkhofs wordt, net als veel van zijn medestudenten, ingelijfd bij de medische dienst van het Belgische leger, als élève-médecin en later als hulpdokter, tot aan de wapenstilstand. Hij vindt de tijd om veel korte notities neer te pennen, en maakt met zijn camera ook zowat duizend foto’s aan en achter het front. Die foto’s zijn nu een kostbare bron. Het is wrang om te zeggen, maar de oorlog en zijn vele slachtoffers zorgen ervoor dat de geneeskunde in die jaren een grote sprong voorwaarts maakt. Ondanks – of dankzij? – de vaak moeilijke omstandigheden waarin dokters moeten werken en waarin ze veel moeten improviseren. De confrontatie met nieuwe oorlogswonden door de toentertijd moderne massavernietigingswapens dwingt de medische wetenschap tot het vinden van nieuwe oplossingen. Denk aan de behandeling van zware fracturen, plastische ingrepen, het verwijderen van ‘lichaamsvreemde objecten’, inwendige bloedingen... Naarmate de oorlog vordert wordt de aanpak steeds professioneler. Zo worden ook psychische trauma’s voor het eerst herkend en geleidelijk aan erkend: ‘shellshock’ is intussen een begrip.
SALVATOR
Ook dokter Kerkhofs leert het vak al doende in de trieste, moeilijke en vaak gruwelijke omstandigheden aan het front. Hij werkt na de oorlog zijn studies geneeskunde af en specialiseert zich in de periode 1921-1922 als chirurg verder in Dresden en ook in Wenen, bij de zusters salvatorianen. Na zijn terugkeer wordt hij in 1924, mede op verzoek van de zusters, een van de oprichters van het Salvatorziekenhuis in Hasselt. Tot aan zijn overlijden in 1957 blijft hij er hoofdgeneesheer, ook in het Oud Gasthuis.
Alfons Kerkhofs (centraal) in uniform - Collectie: Geschied- en Heemkundige Kring De Goede Stede Hamont
In samenwerking met Villa Basta organiseerde het PCCE aansluitend bij de multimediale tentoonstelling 'Limburg 1914-1918. Kleine verhalen in een Groote Oorlog' in C-Mine te Genk een workshop voor jongeren. Deelnemers konden experimenteren met enkele creatieve vormingstechnieken en animatiefilmtechnieken. Doel was de jongeren kennis te laten maken met de geschiedenis van één van de 44 Limburgse gemeenten tijdens WO I. Bekijk hier de verfilming van het bovenstaande verhaal door jongeren:
>