provincie Limburg.be provincie Limburg

Meeuwen-Gruitrode


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

De betonnen helm van Meeuwen-Gruitrode heeft behalve een visueel ontwerp ook een geurcomponent. Kunstenares Natalie Leenders voorzag in haar ontwerp ook een luchtje.

“Ik koos voor een citroengeur. Citroen wordt vaak gebruikt voor reinigen en ontgeuren”, geeft ze mee. “Symbolisch reinigt de citroengeur de geur van gas en de herinneringen die eraan verbonden zijn. In ons ontwerp verwerken we namelijk het uiteinde van een gasmasker en andere verwijzingen naar gifgas. Achter het masker hebben we de geurcomponent verwerkt.” Natalie werkte voor de praktische kant van het kunstwerk samen met beeldhouwer Leon Leekens. “Het ontwerp is gebaseerd op verhalen van heemkring De Reengenoten en op informatie die zij hebben gevonden over de Eerste Wereldoorlog in de gemeente. Op de helm herken je plaatjes met de namen van de gesneuvelden, datum en plaats waar ze zijn omgekomen. Het zijn ronde identificatieplaatjes zoals sommige soldaten vroeger bij zich droegen.” Leon graveerde een tekst in de helm, het tweetal koos voor de laatste woorden van Meeuwenaar Hendrik Verdonck. Hij werd door de Duitsers opgepakt op verdenking van spionage en terechtgesteld in 1916. Hendriks laatste woorden: “Leve België!”.

“Ik heb alleen met metaalkleuren gewerkt en de helm op zich is in betonkleur gebleven. De enige andere kleur is gifgeel, voor het symbool van het chloorgas waarmee ze experimenteerden. Rond de helm is prikkeldraad aangebracht, waarbij de scherpe punten kleine lichtjes zijn geworden. Ik heb ze met lichtgevende verf beschilderd, zodat ze gloeien in het donker. Het zijn er 150, evenveel als het aantal inwoners van Meeuwen-Gruitrode dat nauw betrokken was bij de oorlog, als soldaat of als gevangene.” Zij gloeien ‘s avonds op als sterren in de nacht. “Deze lichtjes staan symbool voor de duisternis van vroeger en nu.”

 

Wat gebeurde er in Meeuwen-Gruitrode tijdens WO I?

EEN JONGE MEEUWERHELD  — Hendrik en Jean Verdonck

12 augustus 1916. In de Herkenrodekazerne in Hasselt wordt de 19-jarige Meeuwenaar Hendrik Verdonck terechtgesteld. Op de huidige gedenkplaat aan de oude   kazerne in de Maastrichterstraat staat zijn naam vermeld, samen met acht anderen die hetzelfde lot ondergingen. Op een andere gedenkplaat, aan het Kolonel  Dusartplein, staan nog eens tien namen, opnieuw van terechtgestelden. De naam ‘Hendrik Verdonck’ is ook te lezen op het oorlogsmonument bij de kerk in Meeuwen:  daar was hij geboren.

DOODVONNIS
Hendrik of Henri Verdonck, onderofficier bij het 2de jagers te voet, die na een kwetsuur ontslagen was van dienst, staat aan het hoofd van de ‘Inlichtingsdienst aan het  Belgisch Leger over den aanvoer en verplaatsing der vijandelijke troepen’. Zo wordt de ‘dienst’ in een document van zijn broer Jean genoemd. Met andere woorden:  Hendrik is een spion, en wel van een Belgisch-Franse compagnie met vertakkingen tot in Noord-Frankrijk. Niet toevallig staat op de Hasseltse gedenkplaat aan de oude  kazerne ook de naam van de Franse officier Sylvain Duval: die leidt samen met Verdonck het gezelschap. De compagnie staat onder meer in verbinding met een  ‘inlichtingsbureel’ in Nederland en helpt jongemannen over de Dodendraad. Langs die weg willen ze alsnog dienst nemen in het Belgische leger. Op 6 mei wordt Hendrik gearresteerd in Meeuwen en opgesloten in Hasselt. Het doodvonnis door het Duitse Krijgsgerecht valt op 25 juli. Volgens zijn broer Jean weigeren Verdonck en Duval bij  hun executie de blinddoek en zouden dit Hendriks laatste woorden zijn geweest: “Leve Koning Albert! Leve België!” Begin september 1919 krijgt “de jonge Meeuwerheld” op een Nationale Feestviering in Bree een Huldezang.

DWANGARBEID
Eind 1915 sloot ook Jean Verdonck, broer van Hendrik, zich aan bij het spionagegezelschap. Ook hij werd opgepakt in Meeuwen, op 26 mei 1916, en tot tien jaar  dwangarbeid veroordeeld: “Den 3 augustus werd ik weggevoerd naar een tuchthuis in te Rheinbach, Duitschland. De behandeling was zeer streng en het eeten zoo  schaarsch en slecht dat ik dagelijksch gekweld werd door den honger. Den 17 October 1917 werd ik van Duitschland naar eene arbeidscommando gevoerd te Sedan  (Frankrijk). Wij waren met 117 mannen en werden daar op allerlei wijzen afgebeuld, zoodat er na verloop van 4 maanden slechts een 20 tal mannen nog leefde.” Jean belandt in het ziekenhuis maar overleeft de oorlog.

VERZET
Passief verzet, sabotage, sluikpers, spionage...: dat zijn de middelen waarmee de Belgische bevolking zich tijdens de Eerste Wereldoorlog verzet. Spionage- of  inlichtingendiensten werken voor het Belgische leger, maar ook als geheime agenten, vooral voor de Britten. Ze worden zowel door militairen als door burgers bemand en bevrouwd.

Na de oorlog blootgelegd massagraf in Hasselt met gefusilieerde burgers (Rijksarchief Hasselt)

In samenwerking met Villa Basta organiseerde het PCCE aansluitend bij de multimediale tentoonstelling 'Limburg 1914-1918. Kleine verhalen in een Groote Oorlog' in C-Mine te Genk een workshop voor jongeren. Deelnemers konden experimenteren met enkele creatieve vormingstechnieken en animatiefilmtechnieken. Doel was de jongeren kennis te laten maken met de geschiedenis van één van de 44 Limburgse gemeenten tijdens WO I. Bekijk hier de verfilming van het bovenstaande verhaal door jongeren: