provincie Limburg.be provincie Limburg

Maaseik


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

In Maaseik werkten veel kleine handjes mee aan een creatief concept voor de betonnen Stahlhelm. “We wilden zoveel mogelijk jonge mensen betrekken, juist omdat het gaat om een herdenkingsproject”, zegt Miranda Hermans van de stad Maaseik.

De Stedelijke Academie voor Kunsten kwam met een leuk voorstel. Enerzijds stelden zij voor de helm te ontwerpen en te beschilderen, maar ze wilden ook een didactische bundel samenstellen voor de zesdeklassers van de basisscholen. “Elke Maaseikse school stapte mee in het project. Ruim 250 kinderen hebben op die manier meegeholpen om het thema van de Dodendraad vorm te geven. Ze kregen allemaal een vlagje om zelf creatief aan de slag te gaan. Op ieder vlagje staat een prikkeldraad, een motief dat op de helm terugkomt. Nu de helm Maaseik verlaten heeft, willen we zeker nog iets doen met de werkjes van de kinderen. Alle vlagjes zijn gedigitaliseerd en we hebben ze op spandoekvinyl gedrukt. Achteraf kunnen we de tekeningen weer op een andere manier verwerken.”

De leerlingen beeldende kunst van Chris Vosters en Eveline Braeckman kregen de taak met verf en kwast het oppervlak van de betonnen helm te transformeren. Zij vonden het verhaal van Drika Vandebroek uit Neeroeteren zeer inspirerend. “Drika wilde haar man bezoeken in het neutrale Nederland en moest daarvoor de Dodendraad passeren. Dat lukte de eerste keer. Bij haar tweede passage raakte ze geëlektrocuteerd.” Op de helm werd de Dodendraad uitgebeeld met paaltjes en echte prikkeldraad. Op de helm herken je verder iconische stadsgezichten van Maaseik. “Je ziet het perron, de spits van de kerktoren en het standbeeld van de gebroeders Van Eyck.” De leerlingen kozen voor groentinten, wat doet denken aan het landschap van de Maasstreek. “In onze stad hebben we de helm opgesteld aan het Vredespoortje, een belangrijke herdenkingsplaats van de oorlogen. Daar vinden ook de 11 novembervieringen plaats.”

 

Wat gebeurde er in Maaseik tijdens WO I?

DRAAD VAN DE DOOD — Hendrika en Hendrik Vandebroek

8 november 1917. De 31-jarige Drika Vandebroek uit Neeroeteren wil naar haar man, Meeuwenaar Jan Hendrik Loos. Ze zijn op 14 juli 1914 gehuwd, een goede twee  weken voor de oorlog uitbrak. Loos is als rijkswachter ingeschreven in Heers, maar hij verblijft in Nederland. Dat wil zeggen: aan de andere kant van de elektrische draad die het Duitse leger heeft aangelegd om België min of meer hermetisch af te sluiten van Nederland.

LICHTEKOOIEN
Er worden enkele grensbewoners bereid gevonden om als passeur Drika bij Molenbeersel over de draadversperring heen te helpen. Met haar hond aan de ketting. Het is  niet haar eerste poging: al in augustus werd ze bij de draad in Kinrooi aangehouden en vervolgens drie weken lang opgesloten in Maaseik. De gevangenisstraf van zes  maanden waartoe ze toen werd veroordeeld, zat ze niet uit. Op 8 november geraakt eerst de hond door de opening, maar het dier maakt plotseling rechtsomkeert,  raakt de draad en wordt geëlektrocuteerd. Samen met Drika. “Schielijk overleden”, vermeldt het bidprentje. Er wordt ter herinnering een foto genomen van de schijnbaar  slapende, zittende Drika. Onder meer Drika’s schoonzus, Philomena Kiggen, was ooggetuige van het dodelijke gebeuren: omdat zij brieven bij zich draagt, wordt ze  twaalf dagen lang opgesloten.

ONTSNAPT
Hendrik (‘Arie’) Vandebroek (1894-1934) is een neef van Hendrika. Hij is een Belgische spion en passeur. Henri smokkelt documenten naar Nederland en helpt mensen  over de dodelijke grens heen, al dan niet tegen betaling. Op 31 mei 1918 wordt hij door verraad in Hamont aangehouden. Documenten vinden zijn Duitse ondervragers  niet, omdat Vandebroek er naar verluidt in slaagt ze nog vóór zijn ondervraging... op te eten. Nog geen maand later is hij ter dood veroordeeld,
een straf die enkele weken later in levenslangwerd omgezet. Maar samen met een kompaan slaagt hij erin via het plafond van zijn cel uit de gevangenis van Hasselt  te ontsnappen en Nederland te bereiken.

SLACHTOFFERS VAN DE DRAAD
Het is erg moeilijk om het precieze aantal slachtoffers van de Dodendraad, die over het grondgebied van vier Vlaamse provincies liep, te kennen. Dat komt onder  meer omdat veel Duitse documenten over de grensbewaking verdwenen zijn. De cijfers lopen dan ook sterk uiteen: van enkele tientallen tot 5000. Specialist Alex  Vanneste heeft het momenteel over zowat 1030 ‘gedocumenteerde’ slachtoffers. Ongeveer de helft zouden Belgen zijn geweest, en de meeste doden vielen door elektrocutie. Anderen werden dicht bij de draad neergeschoten. Het langste traject van de draad liep door de provincie Limburg (ongeveer 150 kilometer). Daar vielen  ook de meeste slachtoffers.

Foto van Hendrika Vandebroek na het ongeval aan de elektische grensdraadversperring bij Molenbeersel, 8 november 1917 (Collectie Europeana)

In samenwerking met Villa Basta organiseerde het PCCE aansluitend bij de multimediale tentoonstelling 'Limburg 1914-1918. Kleine verhalen in een Groote Oorlog' in C-Mine te Genk een workshop voor jongeren. Deelnemers konden experimenteren met enkele creatieve vormingstechnieken en animatiefilmtechnieken. Doel was de jongeren kennis te laten maken met de geschiedenis van één van de 44 Limburgse gemeenten tijdens WO I. Bekijk hier de verfilming van het bovenstaande verhaal door jongeren: