Het oorlogsmonument van Beringen herdenkt de helden, de gesneuvelden, een burgerlijk slachtoffer en de soldaten van het 4e Regiment Vrijwilligers (2e Bataljon, 3e Compagnie) van de Eerste Wereldoorlog. Volgens een postkaart is het ontworpen door een zekere juffrouw Orianne; een dame uit Londerzeel, die al tijdens de oorlog bekendheid verwierf met haar liefdadigheidswerk en haar herinneringswerk voor de oorlogsslachtoffers. Het monument werd ingehuldigd in 1923.
Op de 82 onder de wapens geroepen mannen uit Beringen sneuvelden er drie: Louis Hulsmans sneuvelde te Wespelaar op 12 september 1914; Mauritius Lodewijckx sneuvelde in de slag bij Haacht in september 1914; Joseph Schoofs werd getroffen door een vliegersbom bij De Panne op 17 november 1917.
Op maandag 17 augustus 1914 viel de Duitse vijand Beringen binnen. Van half tien 's morgens kwamen over de steenweg Hasselt-Beringen-Leopoldsburg en de kiezelweg Lummen-Beringen talrijke vijandelijke troepen die tot 's anderendaags te Beringen en in de nabije omgeving van de stad moesten kantonneren. Onder deze eerste inval had Beringen niet al te veel te lijden. Niemand werd gekwetst of gedood. Ook de volgende dag trokken Duitse troepen voorbij. Hiermee was de eerste inval afgelopen. Er bleef slechts een wacht aan de kanaalbrug over, die streng toezicht hield over de voorbijgangers en op 21 augustus 1914 reeds werd afgebroken.
Op 27 september 1914 beschoten de Duitsers de stad. 's Morgens rond 7 uur vond de intocht plaats. Onmiddellijk na de bezetting van de stad, werden eerst al de vensters verbrijzeld en de huisdeuren opengebroken. Bijna geen enkel pand ontsnapte aan de vernielzucht. Een veertigtal huizen werden ook in brand gestoken, waaronder de pastorie, het hotel Thielens op de Markt en het ursulinnenklooster. De grootste schade werd veroorzaakt aan de toren en de kerk die door vier obussen werden getroffen. De "slag van Beringen" werd in de Duitse pers voorgesteld als een schitterend wapenfeit. Toch vielen er slechts vier Belgische slachtoffers. Tegen de avond vetrokken de meeste Duitsers en lieten een sterke wacht aan de brug achter. Bijna al de gevluchte gezinnen verbleven dagenlang in het naburige Koersel of Stal.
Daags na de gewelddadige inval in Beringen kwamen in de namiddag een afdeling van ongeveer duizend landstormers van Crefeld; zij stelden zich heel wat menselijker op en vertrokken op dinsdag 29 september naar Leuven. In de daaropvolgende dagen kreeg Beringen regelmatig het bezoek van Duitse patrouilles, voetgangers, wielrijders of ruiters.
Van een eigenlijke bezetting van Duitse troepen kan niet gesproken worden, tenzij van 20 februari tot 9 april 1917.
De aftocht van de Duitsers na de wapenstilstand was betrekkelijk rustig. Woensdag 13 november 1918 zag Beringen de eerste terugtrekkende Duitsers. Het waren infanteristen van het IVde leger dat zijn aftocht door Limburg, deels over Hasselt, Visé, deels over Maaseik en Nederlands-Limburg deed. De laatste Duitser kwam door Beringen op 21 november 1918.
(gegevens Onroerend Erfgoed Vlaanderen)