Georges Kolb was afkomstig uit Hasselt en vervult zijn dienstplicht op 27 juni 1905. Hij kiest voor een carrière binnen het Belgisch leger. In de periode 1912-1913 loopt hij geregeld wacht voor het Koninklijk Paleis van Brussel. Daar wordt hij opgemerkt door de Engelse Rebecca Anne Hoy die in de omgeving van de Louisalaan als gouvernante werkte voor de familie Kleinberg. Op 27 juni 1914 trouwen Georges Kolb en Anne Hoy in Brussel.
Kort hierop breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Anne Hoy trekt naar haar familie in Ponders End (Engeland) en Georges Kolb vecht als korporaal bij de 4e compagnie van het 9e linieregiment. Hun eerste kind wordt in 1915 in Ponders End geboren terwijl Georges aan het IJzerfront strijdt. In 1917 wordt Kolb overgeplaatst naar de 3e compagnie van het 15e linieregiment en volgt hier opleiding tot Grenadier (granaatwerper). Georges Kolb raakt bevangen tijdens een gifgasaanval. Voor zijn herstel wordt hij door zijn Engelse familie naar Engeland gehaald voor verzorging. De juiste periode is onbekend, maar vermoedelijk situeert zich dit in 1915. (De Vuurkaart van Kolb vertoont een hiaat in de oplijsting van zijn actieve dienst. Deze hiaat duurt tot 11 augustus 1915.) De aantasting van zijn longen zal hem steeds parten blijven spelen. Georges Kolb wordt omwille van de schade door het gifgas erkend als oorlogsinvalide.
Na de oorlog keert het gezin Kolb terug naar Limburg. In Genk wordt hij kort opzichter in een steenkoolmijn. Nadien gaat hij in Hasselt aan het werk als vertegenwoordiger voor de jeneverstokerij Fryns. Binnen de federatie "De Vuurkruisen" was Kolb Provinciaal Voorzitter voor Limburg en voorzitter van de afdeling Hasselt.
(Met dank aan Corinne Kolb)